dë grondslagen eener nieuwe poezie. 121
verschillende zijner waardebepalingen in opstand, al staat men in oordeel soms lijnrecht tegenover hem, zijn boek blijft een buitengewoon belangwekkend en moedig strijdwerk.
Al de door hem genekten en geschondenen zullen het met miserabele minachting bejegenen; het zal niet geven. Deze man is geestelijk sterk. Hij wist vooruit : bij zoo een feilen aanval op ״afgoden" en „afgodjes" zou hij gekielhaald worden. — Hij slaat vooral de aan schrijven doende beunhazen en de dilettant-kunstenaars neer en ook durft hij spreken, onafhankelijk zelfs, tegen heden die hem vóór dien, zeer bewonderend behandeld hebben. — Een zeldzaam verschijnsel. Koenheid van geest. Dat deze koenheid jegens verschillenden oversloeg in zotteklap lijkt mij niet de schuld van Scheltema, van zijn moedwil, maar van zijn fanatieke beperktheid als criticus. Geen grove sensationeele af-brekingszucht leefde in hem. Want ik geloof niet dat er veel kunstenaars zijn die zoo prachtig en heerlijk, schoon bedwóngen, het waarlijk-groote en door hen mooi geziene bewonderen als juist hij.