gedaan, inNora, enkele dingen in Sp o ken,fragmenten in Peer Gynt en Brand; ook enkele dingen in de niet-symbolische drama's. Maar de bewondering welke hij oogstte als wereld-dichter, lijkt mij in alle opzichten onevenredig aan de innerlijke beteekenis zijner dramatische scheppingen. Naast groote bewondering heeft hij ook heftige verguizing ondervonden, niet slechts als hekelend moralist en zweepklapper, maar ook als kunstenaar. De verguizing leek mij meestal overdreven, maar de bewondering vooral niet minder.
Men heeft Ibsen, — door zijn wereld-roem op een dwaalspoor gebracht, — ook onder de allergrootste wereld-dichters willen rangschikken. Dat is een fatale fout! Om een wereld-schrijver te wezen, — wel of niet als zoo-iets geaccepteerd — moet men de absolute eigenschappen van het genie hebben; moet men werk scheppen waarin alle levensuitingen staan uitgebeeld, waarin alle hartstochten en menschelijke neigingen in zijn opgenomen. Balzac is veel grooter orde van geest, veel grooter menschelijk dichter dan Ibsen. Zelfs Vondel zou, eerder nog dan Ibsen — al is de taal voor wereldroem een beletsel, — en ondanks zijn zwakke dramatische plastiek, een wereld-dichter mogen heeten om de diepte van zijn lyrische schoonheid.
Ibsen is absoluut geen eerste-rangs geest, geen eersterangs-scheppend kunstenaar; behoort maar in een enkel fragment zijner werken tot de hoogere literatuur.
Voor altijd vastgrijpen diepste uitingen van het eeuwige leven, dat aan allen kant uitbarst in hartstochten, in beweging gestuwd door eeuwige wereld-wetten,
58