Zoo'n streken-aangevende en registreerende concertmeester moet hem wel op den duur een gruwel zijn. Zich ondergeschikt te moeten maken aan opvattingen die niet uit z'n eigen ziel zijn opgebloeid, kan geen bekoring voor hem hebben. Hij verlangt geen illuminatie-lampje van opvattings-vernuft eens and'ren aan zijn lessenaar te hangen. Dat hart, dié ziel heeft zélf licht. Zijn eigen voordracht en zijn eigen uitbeeldingsverlangen stijgt hem onder uw verdoemd geschool-meester naar het hoofd, en het duizelt in hem alsof hij in tien wilde slokken, achter elkaar, eenige flesschen Tokayer gedronken heeft. Neen, Hekking is zelf een scheppend kunstenaar, een veel te groot en te persoonlijk temperament om als orchest-lid te kunnen blijven werken. Hij is geboren als aanwijzer, niet als iemand die aangewezen moet worden. Zijn scheppend-muzikaal gevoel zal hem doen heèrschen, niet doen volgen.
Ik kom hierop terug, om in verband met deze eigenschap iets meer van zijn kunstenaars-persoonlijkheid te vertellen. "We wandelen vaak samen, maar dan heb ik in mijn leven geen musicus ontmoet, met een zoo gaaf en zoo intens-geestelijk gevoel voor plastiek, voor schilderschoon en literatuur. Hij siddert compleet voor de coloristische en atmosferische schoonheden van de natuur. Ik ken wel musici die gaarne groote gewrochten der schilderkunst mooi vinden, maar in hun diepste wezen blijft er in hen toch iets koels voor de schoonheid der kleur, der lijn, der tinten. Maar Gerard Hekking is één en al ontroering en opwinding, is
36