roffelen; de smook is er te snijden. Hier wordt geofferd aan de grof-sensationeele prikkels van vrije en betaalde liefde. De heete walm die uit al die bierkroegen slaat, het oorverdoovend geraas en geloei van al de danslokaaltjes, van de fluiten, trompetten, gramofoons en piano's, geven de buurt een verwilderde zwijmeling. Toch blijven de Jordaanmeiden geheel en al buiten het verbond der zich prosti-tueerende vrouwen. Hun liederlijkheid, als ge die zoo noemen wilt, is van gansch anderen aard dan die der snollen. Dié bezoeken alleen de danslokalen om er mannenprooi op te sporen. Hun idealistisch-gekleurde kleeren steken hel af tegen de rimpelende verleptheid van hun gelaatstrekken. Zij verschijnen in zoetelijk rose, blauw en groen, en deze opgetooide fregatten van den Venusdienst zien er jammerlijk toegetakeld uit.
Ik heb onlangs in een courant gelezen, dat behalve dan bij wat rauwe vechtpartijen, de Jor-daansche meiden op den Zeedijk eigenlijk een pover figuur maken. Zij bestellen ״een biertje met" en draaien maar hun dansen af. — Doch hij, die den Zeedijk beter en langer kent, keurt dit leepe nuchterheidje als een dor fabeltje. Er was een verschrikkelijk leven in danskroegen en rooversholen. Er broeit een helle-brouwsel van
93