heele bedrijf en werd bijna alle visch door den groothandel opgeslokt. De kleine handelaartjes mochten toekijken. Nu gaan de Jordaansche visch-koopers weer 's morgens vroeg, mét of zonder karren naar de markt, en koopen hun waar op crediet. Soms verdeelen zij die negotie onder elkaar, als zij gecombineerd werken, doch dan begint eerst de eigenlijke moeilijkheid.
Van de Ruyterkade trekken zij met hun kisten of bakken aal en andere visch luidruchtig naar de Lindengracht. Daar hebben zij hun vaste standplaats. De meesten verkoopen zóó-van-de-kar; bezitten zelf geen eigen stalling. In de Jordaan is een eigen stalling hebben, een zeldzaamheid. De schragen en het gespante van linnen boven hun verkoopbank, worden door Jordaners meestal gehuurd. Er zijn eenige verhuurders van uitstallingen, waarvoor een bepaald bedrag wekelijks wordt betaald. Deze verhuurders beschikken over personeel dat voor de huurders de markt-uistalling opzet. En dan begint het lieve leventje. De geheele vischhandel is op het achterste gedeelte van de Lindengracht, bij de Lijnbaansgracht geconcentreerd. Schoon broeders-in-het-zwoegen, zijn ze toch eikaars heftige concurrenten. Zij bewerken letterlijk de marktbe-zoekers met hun heftig ventgeschreeuw, hun uitdagenden spot en hun brutalen humor.
69