lebord in Vondel's Gijsbreght van Aemstel, Vader van 't Kathuyser's Klooster, zegt er van: ״Ons klooster singt en klingt" enz. Het klooster kwam in latere jaren, door de uitbreiding van de Jordaan, binnen de stad te liggen. Het kerkhof dat bij het klooster hoorde werd eerst plantsoen, toen Noor der-speeltuin; tevens doet het ״plein" dienst voor muziekuitvoeringen. In de omheinde ruimte hoorde ik dien avond, tegen den schemer, een uitvoering van een harmonika-vereeniging, begeleid door piano en occarino's. Er werd allerlei lichte, flirtende en sensueele muziek gespeeld, sentimenteel en zoet, lief, springerig en verdrietig. Doch het was een genot, naar het gehoor te zien. Brutale kerels en stoeische meiden stonden getemd en in een wonderlijke aandachts-concentratie te luisteren. Twintig rijen banken zaten volgepropt. Een groot deel van het auditorium stond, bij gebrek aan zetels, schoon zij den vollen zitprijs hadden betaald: vijftien cents. Rondom het plein, aan achter- en voorkanten der huizen van Lindengracht, zag je niets dan samengedrongen koppen van mannen en vrouwen voor de vensters. De schemer overgrauwde langzamerhand de gansche buurt. De plein-boomen ruischten heel weemoedig mee en de anders zoo daverende plek grond, waar tierende stemmen krijschten en bonkende wagens over
41