en ״donker Amsterdam"? Positief-criminalisti-sche, zeer weinig. Doch er zijn vele maatschappelijke aanknoopingspunten. Als men van een Jor-daan-meisje of van een Jordaansche vrouw — van een Jordaansche vrouw is het zoo goed als ondenkbaar, de zeden laten dit niet toe, — verneemt, dat zij danst op den Zeedijk, dan trekken de blauwkous, de kwaadspreekster en de verdacht-maakster den neus op. Doch intusschen dansen zij allemaal. Het Jordaanvolk is een volk van on-beteugelbaren hartstocht voor dans en muziek. Het dansen en het dans-rythme is hun ingeboren. De ruwste natuur ondergaat een soort van zonderlinge bedwelming bij het luisteren naar orgels, trekpiano's en harmonika's, naar zang en concerten. Een allerzonderlingste gewaarwording van droefheid en toch ook van bewondering, overvalt ons, als wij zien met hoeveel diepe overgave zij in-sentimenteel luisteren naar muziek, naar verhalen, naar voordrachten; hoe zij genieten van de vertelling, als deze maar op een of andere manier lééft. Want zij zijn zelf vaak beste ver-halers en humoristische nabootsers van gebeurtenissen. In den herfst zwierf ik eens tegen den avond het Karthuizer-kerkhof langs, nu Karthui-zerplein. Het is een groezelige en woelige buurt. Vroeger, in de Middeleeuwen, stond er het klooster van ״Kathuysers ter saliger havene". Wil-
40