ros-overgloeiden Zeedijk zooveel soorten van misdadigers bijéén als juist in het warnet van sloppen en gangen.*) De vrije Jordaanjongen beweegt zich met groot gemak tusschen deze broeische benden. En hoewel heel Donker-Amsterdam telkenmale van lokplaats verwisselt, de schelle danskroegen van den Zeedijk blijven hun lugubere bekoring bezitten. De ״bars" van het Rem-brandtplein stuwen de hoogere en rijkere en weelderiger prostituées tezaam naar Schiller, Gaston, en Willy's Bar. Het Donker-Amsterdam verschijnt in tartende tegenstelling, daar juist met het helste electrische licht. Heel het bandietenleven van chanteurs, van gemeenste afpersers, viert hier hoogtij. Hier is de zwarte, de roode, de grauwe bende aan het werk. Hier zijn de oplichters, de hooger soort kwartjesvinders, de verfijnde technici op het gebied der speelbanken, prooi zoekend en prooi vindend. Hier zijn alle soorten van chantage-werkers bijéén.
Doch ook op den Zeedijk vindt ge ze in grover vorm vertegenwoordigd.
In het phantastisch getooide doch zeer goed geschreven boekje „De ratten van Amsterdam",
*) Ik laat in deze hoofdstukken de crimineele anthropologie en alles wat in verband staat met wetenschappelijk onderzoek van misdaad, ontaarding, psychose, geheel onbesproken. Vanzelve dus ook de groote figuren uit velerlei Scholen.
100