ARMOEDE II «7
bedoel dat nergens een verslappnig in doorwerking der verhaal-motieven ontstaat. Wel zéér geïnspireerd op Couperus — er zijn telkens brokken die je aan het prachtige Eline Vere doen denken, — door een prikkelende fijnheid van geest en stijl, uitings-wijze en atmospheer, — blijft dit werk toch van zeer persoonlijke architectuur. Buitengewoon knap heeft zij in dezen rumoerigen, van menschen en gebeurtenissen wemelenden roman, de verhoudingen dóór elkaar heen gefigureerd. Zoo episch is er slechts zelden een kunstwerk door een vrouwehand aangepakt en ópgetrokken. Met zóó prachtig-zuiver gevoel zijn de deelen aan elkaar gecomponeerd. Zelfs daar waar een zekere tendentieuse gewrongenheid toestanden schiep, die veel meer door het brein van de schrijfster gesteld zijn als levens-problemen, oplosbaar in een roman, dan als zuiver objectief-dramatisch gebeuren, dat causaal zich moest ontwikkelen uit een levensgroep, be- en overheerscht door bepaalde maatschappelijke factoren, — zelfs daar is de compositie niet geschaad en worden de verhaalverbindingen beademd door één levensgevoel.
Daarom ook zijn haar realiteits-wringingen naar een bepaald gezocht gebeuren, te vergeven. — Zelfs die als groote psychologische fouten kunnen aangemerkt worden. — Een der ergste fouten,
Studiën. 7