98 STUDIËN
psychologisch bezien, is b. v. de wijze, waarop het hoogtepunt van het liefdeleven in den zinlijken De Brière voor Ada Vervoort geschetst wordt, en in de manier waarop deze plots in zijn omkeering, in z'n tegendeel vol weerzin verloopt zonder bevredigings-voldoening. Dat is door-endoor onzuiver en gebrekkig. De heele pagina 232 krijgt er ook als stijl-uiting een wankel aanzien mee. Men voelt in dezen teruggang van zijn liefde voor Ada het moedwillige en opzettelijke van de schrijfster er achter, om De Brière weer terug te doen keer en naar zijn eigene vrouw. Daarom poogt zij dien teruggang in een plotsen weerzin voor Ada te verklaren. ״Juist op de grens, had hij haar aanbiddelijk gevonden." — Allerleukst. Maar die grens is niet, nóg niet overschreden. Niet Henri De Brière, maar de schrijfster stelt hier grenslijnen af. Op zich zelf als geval, allicht zuiver in een ander wezen, heeft ons de voorafgegane innerlijkheids-ontwikkeling van De Brière's karakter naar een heel andere oplossing gebracht. Zoo plots dat gansche vorige leven uitwisschen en te niet doen, gelukt ook deze zeer begaafde psychologe niet. Integendeel, ze schendt eenigszins de dramatiek van haar verhaal in deze personen.
Ik had gedacht met u dezen roman in al zijn schoonheden en detail te kunnen behandelen.