ARMOEDE II «7
teekend. Hij leeft wel niet heelemaal doorkeken van binnen uit, maar ge ziet hem en ge hoort hem toch in dit boek. Zwak-psychologisch is zijn over-sentimenteel herinneringsleven in verband met z'n jonggestorven vrouw, en enkele ver-wrongenheden in zijn trouwen met zijn concubine. Daar is Lot, de ongelukkige kinderlooze vrouw, die toch snakt naar kindertjes. Ze is getrouwd met een in-sulligen braven man Peter, een ,,leer aart je," van wien ze een kind verwachtte. Het heilig verwachten bracht een ,,doode tweeling." Nooit zou ze meer een bevalling kunnen doorstaan. Dit fnuikende weten bracht nu dezen treurigen afloop, melancholie en buien van woeste drift, dolle heftigheid en krankzinnige smart. Lot is, in dien toestand, meestal prachtig-innerlijk gebeeld. We leven 't rampzware leven van deze vertroetelde dochter der Terlaets ganschelijk mee. Ammy, de zuster van Lot, getrouwd met een weelderig man, verzot op luxe en zingenot, is ook goed geteekend, schoon lang niet met de diepe, innige, schrijnend-brandende ziels-zuiver-heid van Lot. Ammy is niet zinnelijk. Haar man De Brière zeer. Ontstaat botsing door in hun huwelijksleven. Hij, koel-erotisch, luchtig-lichtzinnig plezier-maker. Ammy, trotsche, zeer schoone, maar koude vrouw, hevig lijdend toch onder zijn amourettes en verwaarloozing. De Brière is weer met veel menschelijker kracht