92 STUDIËN
pagina 44 spreekt van Ammy's ,,placide lachje." — Deze pagina, waarin de weelde-drang van Ammy moet worden geteekend, is heelemaal jammerlijk stug en gebrekkig ver-woord.
,,Zij verzonk dagen aaneen in grauwe (het merk) melancholie, waaruit niets haar kon wekken." Arme meid, ook geen wekker van het magazijn Kluiskens met zijn vier luidruchtige alarmschellen? Berekend op moord, brand, braak en.... grauwe melancholie?
Ik zal de detail-critiek beeindigen. Er is nog een wemeling van aanteekeningen in mijn boek, uitgewerkt en wel. Er zijn naast de rhetorische onzinnigheid, het valsche, onzuivere en conven-tioneel-versletene in de beeldspraak ook nog zoo vele slordige leelijkheden in den zinsbouw. Vooral den beschrijvingsstijl ontledende, zou ik u zonderlinge openbaringen van woordkunstige onmacht brengen. Maar die onmacht staat niet alleen. Zoo goed als alle boeken van beteekenis, zullen bij gedetailleerde ontleding en nauwkeurige sectie, blijken zéér groote fouten, slordigheden en malle beeldspraak te bezitten, die tekst -critisch gedemonstreerd verbluffen kunnen. Nu iets van het vele prachtige in Armoede. Allereerst de menschen. Er zijn zooveel figuren dat ik ze bijéénsom. Er is Bernard, de professor. In zijn zwijgzaam krachtige natuur soms zeer goed ge-