78 STUDIËN
het werk gaan, is voor hun innerlijk gezicht niets dan een leegte.... Gansch uit de diepte van hun zelf halen zij, door een inwendigen rhythmus gestuwd, het leven der wezens öp, met het orgaan dat bij de dichters voorstelling en geestelijke verbeelding heet. Precies zoo geheimzinnig als een mensch zelf in malkander zit, met al zijn functies en werkingen van brein en lichaam, met al zijn levens-verrichtingen, — van de meest-elementaire bewustwording tot de meest-gecompliceerde gedachten-subtiliteit en de verhevenste schoonheids-aandoening, — precies zoo geheimzinnig is de werking van het na- en herscheppen in een kunstenaar die karakters van binnen-uit beeldt. Als hij de hartstochten, liefde-angsten, den waanzin, de vreugde en de smarten in alle schakeeringen van andere ik-heden doordringt, dan gaat hij tot den geheimsten wordings-grond van het psychische leven in, tot den oorsprong van het bestéande, het leven zélf, en schept hij met alle vermogens van zijn eigen wezen. Woudt ge dit, met uw argwanende wijsdoenerij ״copiëerlust" noemen? Woudt ge dat een bloote verdubbeling heeten van het enkelvoudige, een alleenlijke nabootsing van het reeds-bestaande? Wat 'n doorluchtige houding van de grandseigneurs der gedachten! Wat 'n schelmsche guitigheid in critiek op zulke karakterzieners. Ik zei 't u eens al klaar?____de naakte