Studiën, tweede bundel

76 STUDIËN

fantast en romantikus, slechts cirkel-middelpunt van een leven. Vandaar door alle tijden en eeuwen heen de wereld-veroverende almacht van de epische dramatiek, van de menschen-innerlijk-scheppende kunst. Ik hoor het klappertanden van onze gebenedijde sonnettisten, die in gebonden stijl, zich minstens den ,,nuchteren" prozaïsten eenige kartouw-schoten vooruit waanden. De verbeeldings-menschen moeten zich nu maar behelpen met de bedwelmende geuren van leege wijnvaten. Ze moeten nu maar eens voor goed inzien dat het leven, in zijn, door het algemeene verbroken spiegelingen grootscher beeld is van het cosmische bestaan, dan het leven van een enkeling, den allerbegaafdste zelfs. De menschen-innerlijk-scheppende kunstenaar, vormt in het veelvoud der wisselende ikheden, een schaal van hartstochten en gevoelens, die van het fij nst-individueele maar begrensde, naar het onein-dig-algemeene en onbegrensde toeloopt. In zijn spectrum speelt het licht van het eeuwige leven; het gloeiende goud der menschheids-droomen, de azuurblauwe zomernacht-glanzen der idealisten, het walmende en zwartgelekte rood der groote moordende krijgsvoerders en opstandelingen. De andere zingt slechts zijn ééne lied, in keerende vormen van zijn eigen wezen, in omwenteling van al zijn kanten, maar altijd is hij het, dat ééne innerlijk.