PARIJSCHE ROMAN VAN HOLLANDERS. II 37
psychologisch van aanduiding, descriptief van atmospheer-verwerking. Al het kloek-kernige is er in doodgewerkt, door een valsche en benauwende en wee-stemmende z. g. óver-teergevoeligheid van visie op der dingen aard, verschijnen, kleur en atmospherische omhulling. Telkens is in dit verhaal de raaklijn zoek. Ik spreek nu alléén van bouw en conceptie; verderop zal ik met enkele citaten, ontleed, laten zien, hoe kleentjes en mufj es het meeste gezien is van het enorme Parijs.
Om een epischen greep te doen naar een brok ,,Huis vol menschen "-leven door twee kunstenaars, is er allereerst een zekere eenheid in stijlvermogen noodig, in ontroering, in zinsconstructie, in observatie, in gevoels-interpretatie, in levensaanvoeling, die in de diepst-psychische eigenheid der voortbrengers wortelt. Ik bedoel dus niet de, uit overleg aposteriori verkregen beredeneerde overeenstemming, door volhardende verstandelijke indringing en aanpassing, waaruit een botte en loome verzadigdheid van gevoels-analogie ontbroeit, die niets met een innerlijke saamvloeiing van ontroeringen heeft uit te staan; ik bedoel ook niet de maatschappelijk-psychische en physische eenheids-bewustwording, die schijnbaar tot een wonderlijk coördinaat van gevoels-gelijksoortigheid in gewaarwordingen leidt; maar ik bedoel de ongeaccomodeerde, hevig-indivi-