30 STUDIËN
sensueele Jozette. Jozette verdraagt den smaad der veronachtzaming van Aristide niet. Ze ,,pakt haar koffers" en vlucht het minne-zevenhoogje uit! Rooder verft ze haar lippen, dikker plonst ze het blanketsel op de wangen.... Ze is weer de oude, in het slechte leven teruggesmakt, maar nu met een Marguerite Gautier-pil in de maag, smartelijk-onoplosbaar. Célestin, in laatste kramp van sentimentaliteit, betrekt het kamertje waar eens zijn aangebeden Jozette het min-geluk geproefd heeft met.... Aristide! Walgelijk detail, en van een stuitend-weeë sentimenteelheid.
Dit, allerbeknoptjes, zijn de lotgevallen van het bohême-groepje. Nu de menschen er om heen. — Want telkens worden we van het eene gezin in dit huis naar het andere gesmakt, zonder andere beweegreden dan dat ze in één huis wonen, d. w. z. in een Parijsch huis, waar men elkaar nauw kent. — Daarin al spartelt de zotheid van het gansche epische conceptietje! Er is geen organische levens-verworteling tusschen deze groepen. Hun levens grijpen niet op elkaar in en de psychologie schept slechts oppervlakkige verwikkelingen. — Een boek zonder z. g. „intrige" kan toch structuur en diepte hebben; dit boek heeft geen intrige, maar óók geen diepte en 't allerminst: structuur, 't Is een zoodje menschen, en wat voor menschen, bijeengeharkt met sjofele observatie. Alles is in dat ,,Huis vol menschen,"