ARMOEDE II «7
Ik wou u vooral uit aanhalingen doen zien, hoe prachtig op bijna iedere pagina, door kleine fijnheden, de atmospheer om de dingen en de menschen werd aangebracht. Er is echter geen ruimte voor. Tegen één leelijkheid staan twintig mooie dingen. O, ik zei 't reeds, ik zou met een nog grooter lijst kunnen komen, waarop geannoteerd staan allerlei gebreken en tekortkomingen in den vorm. Vooral het soms rhetorisch element in het zin-bouwen is hinderlijk in dezen roman. Maar het wordt alles weer zoo overvloeid en overglansd van deugden en mooiheden dat ge het kunstwerk neemt zooals 't is.
Prachtig en heel fijn kan zij ook stemmingen suggereeren, stemmingen der dingen om en stemming in de menschen. De heele woon op Hogher-Heyden, het zomersche buiten van de familie Terlaet, is atmospherisch magnifiek gegeven en toch heelemaal niet woordkundig of descriptief. Want het woordkundig-descriptieve ligt buiten haar stijl-vermogen.
Conclusie: een roman van schitterende kwaliteiten, met er in ver-arbeid, episch en dramatisch, een brok groepen-leven, geschreven door een gróót talent, dat, indien het zelfs nooit meer iets beters of volkomeners kon geven dan dit werk, door ״Armoede" reeds in onze literatuur zal blijven en voor goed al daarom zal worden geëerd. Mét Geertje van De Meester, mét Ida