9 2 IS. QUERIDO: NAPOLEON
en slechts enkele dingen er van onbeslagen bleven, dan foetert hij tegen den onwijzigbaren gang der feiten zelve.
Zijn boek is geschreven in de hoogeschool der babbelende boosaardigheid. De verteltoon is van een woekeraar die de noodgeheimen van zijn hooge klantjes in wraakzuchtige en laaghartige woede onthult en verklapt. Het is de apotheose der kleine, vervalschende, gniepige schotschriften-durf, die zijn achterklap ontleent aan gekrenkte zielen. De wrokkende vinnigheid, de zure, baldadige schimp, het verontwaardigde pathos... zij walmen ons vlak in 't gezicht, achter het besmoezelde en vuile loketjes-raampje van een pandjeshuishouder uit. En toch heeft het machtelooze gestotter van dit kroniek-schrijverke door een valschen schijn van documentatie, vele menschen er argeloos doen inloopen. Hij leefde in de duisternis en de troebele schampglanzen der zaakwaarnemers-cabinetjes; vlak nabij het hof. Hij luisterde aan keukendeuren en loerde door alcove-sleutelgaten. Een gast met spionnen-ziel, een hongerige visch, de gulzige bek vol vraat. In alles verkrachtte hij de natuur en den zuiveren gang der dingen, verwrong ze door zijn galgelen nijd en zijn zieke babbelzucht. Met de morsige handen nog besmet van het vuil der afbraak, roerde hij op weerzinwekkende wijze in het particulier leven van Napoleon, en.... men luisterde in gulzigen honger naar kwaadaardig schandaal. Het allereenvoudigste psychologisch begrip van Napoleon's genie ontbrak hem en toch keurde men, naar zijn aangestoken woorden.
Ook Taine, de groote werker, verhaalt anecdotair, als hij het psychologisch heeft over Napoleon's hartstochten:
״Elles reparaissent dans ce grand survivantdu XVe siècle, le jeu de la mochine nerveuse est pareil chez lui en chez ses ancitre italiens; il n'y eut jamais, même chez les Malatesta et les Borgia, de cerveau plus sentitif