Van het rustvoorschrift blijft dan ook weinig over. De Sabbat wordt uitsluitend een dag van wijding... voor zoover de strijd om het bestaan zich niet ertegen verzet. De viering van den Sabbat bestaat in: feestelijke stemming in den familiekring, het bezoeken der godsdienstoefening, onthouding van de beroepsbezigheden, behalve van hetgeen voor het levensonderhoud noodzakelijk is. De bediende, de ambtenaar mogen hun dagtaak verrichten, mits ze hun vrije uren in een gewijde stemming doorbrengen. Wij vreezen — deze opmerking zij ons veroorloofd — dat de reform hier haar aanhangers voor een zeer moeilijke beslissing stelt; zal menigeen zich bij de beoordeeling, of een verrichting al dan niet noodzakelijk is tot levensonderhoud, niet laten leiden door de mate van het materieel gewin, dat de daad hem zal brengen ? De reform heeft gebroken met de casuïstiek des Talmuds; zij heeft deze vervangen door een andere, een casuïstiek intusschen, waarbij de direct belanghebbende zelf de beslissing in handen heeft.
Gaan we over tot de spijswetten. Het orthodoxe Jodendom denkt hierover aldus: God, de Eigenaar der natuur heeft den mensch veroorloofd, van Zijn schepping gebruik te maken. Hij heeft het gebruik aan eenige voorwaarden gebonden en de mensch kan den Schepper niet beter zijn dankbaarheid toonen, dan zich aan de voorwaarden te onderwerpen. Vooral ook, waar die beperkingen den gebruiker slechts tot heil strekken. Gij zult uw ziel niet afschuwelijk maken door het genot van verboden spijzen, luidt het ongeveer in de Thora. Er is, zoo interpreteert het orthodoxe Jodendom deze woorden, een verband tusschen de capaciteit der ziel en die van het lichaam, dat de ziel tot woning dient. Hangt de gesteldheid van het lichaam in grooten mate af van het voedsel, waaruit het zijn kracht moet putten, de ziel zal niet minder den invloed ervan ondervinden. Is dit voedsel geschikt voor het lichaam, dan zal het ook heilzaam zijn voor de ziel en wat nadeelig is voor het lichaam, zal ook op de
42