tot ons gemoed en is bovendien onuitvoerbaar, omdat zij ons belemmert in het maatschappelijk verkeer. Onze levensomstandigheden, onze gewijzigde religieuse opvattingen noodzaken ons, de Wet van de boeien, waarin ze sinds eeuwen geklemd is, te bevrijden en haar verder te ontwikkelen naar de behoeften onzer eeuw. Honderden en honderden vallen naar den geest of metterdaad van het Jodendom af, omdat zij de Wet niet langer willen of kunnen torsen. Mogen wij dit kwaad laten voortwoekeren en medeplichtig worden aan den ondergang des Jodendoms, terwijl naar onze wetenschappelijke en religieuse inzichten hij, die „het juk der geboden”, den last der voorbijgaande vormen, van zich schudt, toch den naam „religieus Jood” verdient, mits hij overigens aan de „eeuwige waarheden” blijft vasthouden?!) Aldus voortredeneerend, heeft de reform het grootste deel der Thoravoorschriften op zijde gezet en alleen gehandhaafd, wat naar haar meening nog niet uit het bewustzijn der massa is verdwenen — voorzoover het althans het maatschappelijk leven niet al te zeer bemoeilijkt — of wat te diep wortel in het Jodendom heeft geschoten, om het te kunnen uitrukken. Een nieuw ceremonieel stelsel, door de reform noodig geoordeeld voor de religieuse behoeften van den modernen Jood, heeft het liberale Jodendom intusschen nog niet voortgebracht; het heeft zich op dit punt tot dusver bepaald tot het negatieve: opheffing of wijziging der oud-Joodsche ceremonieën ; nieuwigheden zijn alleen bij den openbaren eeredienst ingevoerd: de plechtige confirmatie van meisjes en, op sommige plaatsen, jeugdgodsdienstoefe-ningen, gebeden in de landtaal en gemengd koor alsmede orgel bij den Synagogedienst.
7. De toekomst van Israël en de mensch-heid. Voor het liberale Jodendom heeft het bezit van Palestina slechts politiek-nationale en geen religieuse
') Wij hebben vroeger het standpunt der orthodoxie tegen dergelijke beschouwingen uiteengezet, (p. 13).
32