jarige mannelijke personen daaraan deelnemen; gedurende den dienst moet, evenals bij alle heilige verrichtingen, het hoofd gedekt blijven; er zijn afzonderlijke afdeelin-gen voor mannen en voor vrouwen. Het gebedenboek der orthodoxe Jodenheid toont, welke idealen zij na een ballingschap van twintig eeuwen nog koestert. Naast de zuiver-persoonlijke smeekingen om aardsch welzijn ') nemen beden om herstel van den Joodschen staat en den tempeldienst, de komst van den gezalfden dienaar Gods, de opstanding, de vestiging van het Godsrijk op aarde de voornaamste plaats in. De Thora, in wekelijksche afdeelingen gesplitst, wordt in één jaar van begin tot einde voorgelezen. Aan de eischen der aesthetica wordt bij den dienst voldaan, voor zoover hierdoor niet aan de innigheid en de oudvaderlijke zeden te kort gedaan wordt.
io. Israël s verhouding tot andere godsdiensten. Het orthodoxe Jodendom kent geen minachting, veel minder haat ten opzichte van andere godsdiensten; het sluit evenmin andersdenkenden, die zich aan de zedewet onderwerpen, uit van de geestelijke zaligheid, gelijk blijkt uit de Talmudische sententie: de deugdzamen van alle volkeren hebben aandeel aan de toekomstige wereld. Dit neemt niet weg, dat het zich ten sterkste kant tegen leerstellingen als de drieëenheid, de erfzonde, het middelaarsgeloof en andere dogma’s, die het reine, ethisch-monotheïstische godsbegrip vertroebelen, het verantwoordelijkheidsgevoel van het individu verzwakken of zijn geloof in eigen zedelijke kracht aan het wankelen brengen. Blijft dus het orthodoxe Jodendom reeds dientengevolge door een wijde klove van het dogmatisch Christendom gescheiden, het is zich niet minder bewust van de diepgaande verschillen,
') Terloops zij opgemerkt, dat de orthodoxe Jood nooit bidt om aardsch welzijn als doel. De aardsche voorspoed, dit is in zijn gedachtensfeer een leven, noch gedrukt door armoede, noch weelderig door rijkdom, is voor hem het geschiktste middel om zijn roeping, de verheerlijking Gods op aarde, te kunnen volgen. Alleen daarom vindt hij het aardsch geluk een begeerenswaardig iets.
l6