gereed, als zelfstandig volk Kenaan, het beloofde land der vaderen, in bezit te nemen. Israëls onafhankelijk volksbestaan was evenwel, zooals wij reeds opgemerkt hebben, in het goddelijk plan geen doel, doch slechts het middel, om zijn bestemming beter te kunnen volgen. Israël kon alleen op deze wijze een dam vormen tegen den wassenden vloed van zedeloosheid en afgoderij, een bolwerk tegen het om zich heen grijpend heidendom. Het moest zijn land maken tot een toevluchtsoord voor de goddelijke idealen, tot kweekplaats eener hoogere, zedelijke cultuur. Tot het vervullen dier taak was Israël door afstamming en opleiding voorbereid, doch om die kiemen tot de hoogste ontwikkeling te brengen, was het noodig, dat het de goddelijke leiding aanvaardde, op zich nam de voorschriften tot levensheiliging der goddelijke leer. Israël verklaarde zich bereid, de leer te ontvangen; het aanvaardde de taak, om zich in vreugdevolle onderwerping aan de Thora te verheffen tot een rijk van priesters en een heilige gemeenschap.
5. Geschreven wet, profetie en mondelinge traditie. Na deze bereidverklaring maakte God de kern der Thora, de tien geboden, op bovennatuurlijke wijze aan Israël bekend. Den overigen inhoud der Thora deelde God aan Mozes mede en deze onderrichtte Israël hierin gedurende den verderen zwerftocht door de woestijn. Aan het einde van de woestijnreis stelde Mozes op bevel van God den hoofdinhoud der Thora te boek; dit geschiedde door ver-baalinspiratie: ieder woord dezer geschreven leer werd Mozes door God ingegeven; zij vormt dus in haar geheel de letterlijke wilsuiting, het dictaat van God en bezit dientengevolge voor het orthodoxe Jodendom volstrekt bindende kracht. Zij bevat de scheppingsgeschiedenis, de voorgeschiedenis en volkswording van Israël en — last not least — het geheele stelsel van wetten en keringen, regelend en heiligend het leven van individu en gemeenschap, van staat en maatschappij. De ge-
8