89
den ban uit over allen, die zich met eenige wetenschap buiten Bijbel en Talmud zouden bezig houden. Hierop antwoordden de Maimunistische rabbijnen, met den ban uit te spreken over R. Salomo en diens aanhangers en de grijze R. David Kimchi, een ijverig Maimunist, toog naar Spanje, om de Joodsche gemeenten tot den strijd tegen de Talmudisten op te wekken. Nu nam R. Salomo een hoogst gevaarlijk middel te baat; hij wendde zich tot de Dominikaner monniken en verzocht hun, Maimonides’ werken openlijk te laten verbranden, daar deze ketterij bevatten en het ongeloof bevorderden. Aan dit verzoek voldeden de Dominikanen zeer gaarne; de geschriften van Maimuni werden te Montpellier en Parijs uit de huizen der Joden gehaald en in grooten getale aan het vuur prijs gegeven. Geen wonder, dat nu onder de Maimunisten groote verontwaardiging heerschte, doch ook de Talmudisten zelf zagen in, dat zij te ver gegaan waren en R. Jona Gerundi toonde openlijk berouw wegens zijn misplaatsten godsdienstijver. Weenend trok hij van gemeente tot gemeente, bekende zqn schuld en wilde aan het graf van Maimonides vergiffenis gaan vragen.
R. Mozes van Coucy. Tot het verminderen van den strijd droeg ook veel bq R. Mozes van Coucy, een getrouw aanhanger van den Talmud en tevens warm vereerder van de wetenschap. Om het verband tusschen de Schriftelijke en Mondelinge Leer aan te toonen, schreef hij een werk, waarin hjj aan wees, hoe de Talmudische wetten van de geboden der Thora zijn afgeleid (ספר מצות גדול). Door zijn redevoeringen op verschillende
plaatsen mocht het den beminnelijken geleerde gelukken, de gemoederen tot kalmte te brengen.