88
moesten letterlijk opgevat worden. Zoo meenden de tegenstanders van Maimonides; tegenover hen stond de partij der Maimunisten. Deze vurige vereerders van Maimonides koesterden de over-tuiging, dat de werken van den grooten Meester de ware leer des Jodendoms vormden; men moest niet alleen doen, maar ook trachten te begrijpen. Jammer, dat sommigen onder deze Maimunisten de woorden van den grooten leeraar geheel tegen zijn bedoeling zoodanig uitlegden, alsof kennis en wetenschap boven de nauwkeurige naleving der geboden zouden gaan; dit toch gaf den Talmudisten een machtig wapen tegen Maimonides in de hand. En nooit had de meester een dergelijke meening geuit; want hoe hoog hij ook tegen de wetenschap opzag, hooger stond bij hem het woord van God en heilig was hem de opvolging der Goddelijke wetten. Een derde partij was van oordeel, dat noch de Talmud, noch de wetenschap de hoogste wijsheid vertegenwoordigde; volgens hen bevatte de Thora geheimen, waarin slechts enkele uitverkorenen konden door-dringen en deze geheimleer of Kabbala was voor hen het hoogste goed. Zoo was dus het Jodendom in verschillende partijen verdeeld, die elkander, gelijk wij zullen zien, heftig bekampten.
R. Salomo uit Montpellier. Spoedig na den dood van Maimonides richtte R. Meïr Abulafia uit Toledo tot de geleerden van Lunel in de Provence een schrijven, waarin hij zijn meening uitsprak, dat de werken van Maimonides gevaarlijke leeringen bevatten. Deze brief werkte echter niet veel uit, want juist in Zuid-Frankrijk telde de groote Meester veel vereerders; zelfs had een lid der familie Tibbon den ,Wegwijzer” in het Hebreeuwsch vertaald. Toch was de Provence de plaats, waar eenige jaren later de strijd het heftigst woedde. Dit geschiedde vooral door het optreden van den geleerden Talmudist R. Salomo uit Montpellier. Deze, een vurig bestrijder van Maimonides, meende, dat het eindelijk tijd werd, krachtige maatregelen tegen de Maimunisten te nemen. In 1232 sprak hij met R. Jona Gerundi