67
hoofd der Joden opgevolgd door zijn zoon Jozef. Evenals zijn vader was Jozef hoofd eener leerschool en steunde hij behoeftige studenten. Voor zijn vorst was hij een getrouw raadsman, die de belangen van het land krachtig bevorderde. Hij was echter zoo onverstandig bij het doen van benoemingen zijn vrienden voor te trekken. Dit wekte den haat van de Mohammedaansche bevolking tegen hem op. Toen zijn benijders nu nog uitstrooiden, dat hij met de vijanden van het rijk heulde, kende de woede van het volk geen grenzen. Op een Sabbathdag drong een woeste menigte zijn paleis binnen; Jozef, die zich verborgen had, viel in handen zijner vqanden en werd vermoord. Zijn dood veroorzaakte tevens den onder-gang van de Joodsche gemeente te Granada. Tal van Joden werden van het leven beroofd en hun bezittingen geplunderd; slechts enkelen wisten zich door de vlucht te redden. Geluk-kig, dat de vluchtelingen in andere Spaansche steden een veilige wijkplaats vonden.
XXXII. Salomo Ibn Gabirol (1020—1070).In denzelfden tijd, dat Ibn Nagdela en Ibn Ganach door hun Talmudische en taalkundige geschriften de Joodsche wetenschap krachtig bevorderden, leefde ook de groote dichter en denker Salomo Ibn Gabirol. Hij zag te Malaga het levens-licht en had reeds in zijn jeugd met vele moeilijkheden te kampen. Zijn ouders stierven vroeg, zonder hem eenig ver-mogen na te laten, zoodat de jonge Salomo een treurig en kommervol bestaan moest leiden. Geen wonder, dat hjj somber en droefgeestig werd en de vroolijke gezelschappen der jeugd ▼er-meed. Het geloof in God en zijn liefde tot wetenschap en dicht-kunst gaven hem echter kracht, om zijn droevig lot te dragen.
Weldra kwam er een gunstige ommekeer in zijn toestand. Een