Israël onder de volkeren

54

een partij. Zij noemden zich Keraïm of Karaïeten (d. w. z. aan-hangers der Mikra of Schriftelijke Leer), verwierpen openlijk de verklaringen der Mondelinge Weten erkenden slechts de Schrifte-lijke Leer als waarheid. Toch bleven zij eenige Talmudische wetten nakomen; zij handelden dus in strijd met hun eigen meening.

In den beginne groeide de Karaïetische partij sterk aan; ook schreven zij veel werken tegen de godsdienstige Joden, die zij Bmalend Rabbanieten noemden. Deze wisten evenwel zoo goed het verkeerde der Karaïetische leeringen aan te toonen, dat de partij gaandeweg kleiner werd. Ook ontstond bjj de Karaïeten zelf verdeeldheid, zoodat er onder hen verschillende secten kwamen.

Tegenwoordig zijn er nog ongeveer 5000 Karaïeten, die in de Krim en in het Oosten wonen.

Het Babylonische Jodendom, dat jaren lang de trots was geweest van het gansche Joodsche volk, verkeerde in het begin dertiende eeuw in een treurigen toestand. De Karaïeten traden in talrijke geschriften tegen de trouwe navolgers van den Talmud op en verkregen hoe langer hoe meer aanhangers en buiten hen waren er nog velen, die verkeerde leeringen onder het volk ver-kondigden. Zoo waren er bijgeloovige lieden, die meenden, dat God, evenals de mensch, een lichaam heeft; zq vonden allerlei vreemde namen van God uit en zeiden, dat ieder, die deze namen kende, wonderen kon doen en de toekomst voorspellen. Naast deze bqgeloovigen waren er ook goddelooze mannen, die de woorden der Thora minachtten en bespotten. En wat het treurigst was, in geheel Babylonië was niemand in staat, het Jodendom uit zijn vervallen toestand op te heffen. De oude leerschool te Sura kwijnde en telde bijna geen leerlingen meer, ter-wijl de hoofden te Pumbaditha en de exilarchen meer letten