151
gelijke rechten, Frankfort en de Hanzesteden Hamburg, Lübeck en Bremen in 1811, Pruisen volgde in 1812 en Mecklenburg in 1813.
Met den val van Napoleon ging de zon der vrijheid voor de Duitsche Joden weder onder. Wel bepaalde het Weener Congres der Europeesche mogendheden in 1814, dat zij hun verkregen rechten zouden behouden, doch de meeste Duitsche staten wilden hiervan niets weten. Ofschoon duizenden Joden dapper in de Duitsche legers medegestreden hadden, bleef men nog vol haat tegen het Joodsche ras. In Lübeck en Bremen ontzag men zich niet de Joden te verjagen; Frankfort, waar de Joden voor 440.000 gulden het burgerrecht gekocht hadden, verklaarde de overeenkomst voor ongeldig; Beieren en Saksen weigerden de gelijkstelling; de edele groothertog Frederik Frans van Mecklenburg werd door den adel genoodzaakt, den Joden hun rechten weder te ontnemen en ook in Pruisen scheen men weder tot de oude toestanden te willen terugkeeren. Ja, het ongelooflijke gebeurde; te Würzburg drong in 1819 een woeste bende studenten onder schimpwoorden en verwen-schingen de huizen en winkels der Joden binnen, plunderde en moordde naar hartelust en zou stellig groote verwoestingen hebben aangericht, indien de gewapende macht niet spoedig was tusschenbeide gekomen. In Frankfort, Karlsruhe en Hamburg werden de Joden op straat aangerand of uitgejouwd. Te Güstrow in Mecklenburg had het gepeupel zelfs het plan beraamd, de Joden op den Verzoendag in de Synagoge te overvallen en te dooden. Gelukkig werd door het optreden van den wakkeren burgemeester dit snoode plan verijdeld.
Het was weer een Fransche revolutie, die in den toestand der Duitsche Joden verbetering bracht. In 1848 werd Lodewijk Philips van den troon vervallen verklaard en Frankrijk nam den republikeinschen regeeringsvorm aan. De gevolgen dezer om wen-teling deden zich in gansch Europa gevoelen; overal openbaarde