dat God hem toen in een droom verscheen en hem beval, vergezeld van alle priesters, Alexander te gemoet te gaan en zich aan dezen te onderwerpen. Jaddua volgde het god-delijk bevel stipt op. Toen Alexander nu den priesterlijken stoet zag, was hij al zjjn booze plannen vergeten en sprak hij de Joden vriendelijk toe. De veldheeren van Alexander waren hierover zeer verwonderd, doch hjj sprak tot hen: ״Eens verscheen mij in een droom een priestergestalte, die mij geluk en roem voorspelde en in dezen hoogepriester der Joden zie ik dezelfde gedaante weer terug. Daarom zal dit volk zich in mijn gunst mogen verheugen.” Werkelijk schonk Alexander den Joden volkomen godsdienstvrijheid en bepaalde hij, dat zij in de Sabbatjaren geen belasting behoefden te betalen. De Joden, die in zijn leger wilden dienen, mochten geheel volgens hun godsdienst leven. Alexander stichtte in Egypte de stad Alexandrië, waar zich vele Joden vestigden; zij verkregen er dezelfde rechten als de overige bewoners. Het Joodsche volk was Alexander dan ook zeer dankbaar en uit liefde voor den koning noemde men alle zonen, die in dit jaar geboren werden, Alexander. In 323 maakte de dood een einde aan zijn roemrijke regeering.
II. De Joden onder de Egyptische koningen (323—203).Ptolomeüs I. Kort na Alexanders dood kwam Judea J) onder het bestuur van den Egyptischen vorst Ptolomeüs I. Daar de Joden de heerschappij van dien vorst niet dadelgk wilden erkennen, behandelde hij hen zeer hardvochtig en voerde velen als krijgsgevangenen naar Egypte. Later werd het evenwel beter. Den Joden in Alexandrië liet hij in het bezit van burgerrecht en hij vertrouwde hun zelfs de bewa-king van verscheidene vestingen toe. Ook den Joden in Judea
י) Zoo werd Palestina in dien tjjd genoemd.