64 ERETS ISRAËL
Mohammedanen zijn er aan de orde van den dag.
In het Duitsche Hotel in Beirout weer volop varkens-vleesch. Ik ben in mijn maag toch ook een goede Jood. Ik hoorde hier een aardig verhaal uit den Talmud, dat verband houdt met den af keer dien de Joden ten opzichte van varkens koesteren. Toen Pompejus Jeruzalem belegerde, hadden de Joden gebrek aan offerdieren voor den tempel — en zij lieten aan een touw een mand met een paar geldstukken van den stadsmuur zakken, waartegen de Romeinsche soldaten dan weer een schaap naar boven zonden. Eens deden de soldaten in plaats van een schaap een varken in de mand. Maar toen het beest boven op den stadsmuur gekomen was, deed zich een aardbeving gevoelen, die zich ver over het land uitstrekte. Sinds dien zeggen de Joden nog steeds: „Als er een varken (een slecht mensch) hoog gestegen is, dan komt er een aardbeving,” d.w.z. hij gebruikt zijn invloed ten kwade, en deze kwade invloed doet zich ver over het land gevoelen.
Beirout is een groote havenplaats met 120 000 inwoners, waaronder 2500 Joden. De Joodsche bevolking heeft hier niet veel te beteekenen. De Amerikaansche missie heeft in Beirout een college, een soort van uni-versiteit met tusschen 700 en 800 leerlingen.
Beirout is omgeven door mooie tuinen met weelderigen plantengroei, vooral olijven en moerbeziën. Even boven