Ó2 ERETS ISRAËL
toezicht der mogendheden, met wie zich de Turksche regeering telkens moet verstaan omtrent de keuze van den Christelijken Gouverneur. Desniettegenstaande zou, naar ik vernam, het geven en aannemen van Bakschisch in dit bevoorrechte gewest niet minder gebruikelijk gebleven zijn dan elders in het Turksche Rijk. Doch wat hiervan overigens zijn moge, het geld voor het onderhoud van de wegen schijnt ook hier niet ten volle zijn bestemming te bereiken. We zien een wagen, die in de modder is blijven steken. Een eind verder aan de kust wordt de plaats aangewezen, waar Jonas en de walvisch weer van elkaar afscheid namen. Voor de on-geloovige Thomassen heb ik de plek gephotografeerd.
We komen dichter bij Beirout en ik neem een kijkje in een zijdespinnerij, waar een dertigtal vrouwen en meisjes de zijde winnen. De lucht van de cocons in het warme water is onverdragelijk. Ik begrijp niet, hoe die menschen het er den geheelen dag uithouden.
De weg blijft heel slecht. We ontmoeten een rijtuig uit Beirout. Onze koetsiers zijn blijkbaar met elkaar bekend -, haast hebben ze niet. Er wordt halt gehouden en ze informeeren naar elkaar’s gezondheid. „Wanneer gij gezond zijt, ben ik ook gezond.” De Beirouter koetsier vertelt nog dat hij een nieuw paard gekocht heeft, waarvan de goede kwaliteiten worden opgesomd. En we gaan weer verder. We zien, dat we weer in de beschaafde wereld komen. Op een Amerikaanschen windmolen heeft