Erets Israël, Het Joodsche Land

HET JOODSCHE LAND. 31

regen en zonneschijn elkander af. Eerst gingen we door het gebergte, waar we op sommige plaatsen overblijfselen zagen van oude tempels, en toen daalden we weer af in de vlakte, waar bloemen en vogels het landschap stoffeerden. Ook ooievaars waren hier, en vooral in Syrië heb ik op mijn verdere reis herhaaldelijk menigten van deze dieren aangetroffen. De gladde, modderige wegen waren vaak bijna onbegaanbaar en onze paarden konden maar voetje voor voetje voorwaarts komen. Tegen den avond kwamen we in Jericho aan en den volgenden dag gingen we terug naar Jeruzalem, waar het weer in de vorige dagen ook buitengewoon slecht geweest was. Het had er zelfs gesneeuwd, iets wat in Jeruzalèm bijna nooit voorkomt. En de koude was zoo streng geweest, dat twee vrouwelijke Russische pelgrims op weg naar Jericho van ellende waren omgekomen. Die ongelukkige pelgrims zijn dikwijls dagen onder weg zonder behoorlijk onderdak of voedsel.

Van uit Jeruzalem bezocht ik Bethlehem. Op weg er heen komen we voorbij een weinig aanzienlijk monument in den vorm van een kleinen tempel en te midden van een Arabische begraafplaats — het graf van Rachel. Bethlehem heeft ruim achtduizend inwoners, bijna allen Christenen. Er wordt wel beweerd, dat deze Christenen nakomelingen zijn van de kruisvaarders. En het is waar, dat hun type verschilt van het gewone in Palestina;