81
en de „fittest” de meest geschikte voor den strijd om het bestaan, dat zou de Engelschman zijn. Er is in heel Brittanje geen ras-Brit, die er niet vast van overtuigd is, dat de Brit het recht heeft op de wereldheerschappij en dat de Brit is de uitverkorene om al wat goed, groot, vrij en menschelijk is te verdedigen.
De avondbladen hadden den wenk al dadelijk opgevolgd. Het Britsche volk werd er van ingelicht, dat er een nieuw humaan doelwit gevonden was; het was ditmaal niet de afschaffing van de slavernij, niet de verspreiding van den bijbel, niet de verbreiding van de dierenbescherming, niet de prediking der rumoerige barmhartigheid van het Leger des Heils; het was ditmaal de bescherming van het recht van bestaan der kleine natiën. België, het onschuldige België, werd door den Hun vertrapt en het grootmoedige Brittanje moest het bevrijden.
Dit parool was genoeg voor het Britsche volk. Het had volstrekt niets anders noodig, dan dit humanitaire motief. Een echte Brit is ten slotte onaandoenlijk voor geld en dit onderscheidt hem van den Amerikaan. De Brit verkoopt alles, behalve zichzelf; de Amerikaan verkoopt zichzelf voor alles. De Brit is ten slotte ongevoelig voor de vrouw; dit onderscheidt hem van den Franschman. De Franschman weet nooit het eind van de liefde, de Brit maakt van elke liefde een flirt, als hij zou moeten vreezen, zijn zelf er door te verliezen. De Brit is ongevoelig voor dwang; de Duitscher haakt 'er naar. Dit onderscheidt den Brit van den Duitscher. Een Duitscher is tot alles in staat, op voorwaarde, dat het leidend centrum buiten hem is geplaatst; de Brit noemt zelfs zijn ondergang een triomf, als hij zichzelf maar kan blijven respecteeren. De Brit is ten slotte ongevoelig
6
De Lafaard