77
ten voordeele, of ten nadeele van het vaderland was. De intelligentie van den minister, de speurzin van den diplomaat, zijn leidend staatsmansinstinct, waren hier onvoldoende; deze man was voor hem ondoorgrondelijk.
„Ge vergeeft mij, dat ik u hier heb doen roepen en u aldus ondervroeg?”
„Ik vergeef alles wat in trouwe en met goede voornemens geschiedt, terwille van het heilige Ruslanden het gezalfde huis der Romanoffs.”
Zij reikten elkaar de hand en toen de monnik afscheid nam, voelde de minister den druk nog in z’n hand en het was alsof van dien druk een rilling uitging door zijn geheele lichaam.