74
ze de tragen in beweging zetten en krabben leerden. Hij was geen man, om zich met kleinigheden af te geven; hij dacht en voelde in verhouding van de grenzen van het Russische Rijk.
„Onze binnenlandsche vijand is de alcohol,” zeide de minister, „de alcohol van de Joden, die ze zelf niet drinken en waarmee ze ons volk vergiftigen en verliederlijken.”
„Dan verbiedt de Tsaar het stokerï. Morgen gaat de oekase de wereld in en binnen acht dagen is er geen druppel drinkbare alcohol meer in het Russische rijk te krijgen. Onze weg ligt hier: Zoodra de Duitschers door België naar Parijs trekken en hun groote kracht op één punt samentrekken, dan vullen wij de leegte in hun eigen land aan, door Oost Pruisen binnen te vallen en te veroveren. Wij zullen dat even vlug en even snel doen, als zij oprukken in België.”
„Zal België zich verzetten?” vroeg de minister.
„Het zal zich verzetten, zooals een kat tegen de honden; een hoogen rug zetten, krabben en daarna zelf verscheurd worden. Dat weten de Duitschers heel goed; ze laten Holland links liggen, omdat Holland hun provisie-kelder is en ze boven geweld tegen dat volk, dat wèl voorbereid is, verkiezen wat zij noemen, de „Selbst-Annektierung.” België is in zichzelf verdeeld en Duitschland heeft daarvan gebruik gemaakt; de kanonnen, die België tegen Duitschland moeten beschermen, zijn in Duitschland zelf gemaakt en voor zooverre ze afgeleverd zijn, is er voor gezorgd, dat hun schootswijdte en hun capaciteit niets vermogen tegen de kanonnen van dezelfde fabriek van hetzelfde kaliber, maar die, door een vrij eenvoudige verandering in den loop, twee kilometer verder schieten.”
„En wat doen wij na Oost Pruisen?” vroeg de minister.