De Lafaard

Titel
De Lafaard

Jaar
1916

Pagina's
240



16

„Ja, doe dat eens.”

„U dacht aan den oorlog en u dacht aan uw meisje.”

„Ik heb geen meisje,” zeide hij en dadelijk daarna, toen hij haar ongeloovig gezicht zag: „ik verdien niet eens genoeg voor mijzelf, dus zal ik mij wel wachten, een meisje te vragen.”

„Maar alle meisjes zijn niet arm en iemand zooals u, die toch eenjarig gediend heeft en zooveel gestudeerd, kan makkelijk een rijk meisje krijgen.”

„Ik zou nooit een ander trouwen, dan een arm meisje, want ik zou het voor mijzelf vernederend vinden, te denken, dat ik mijn eigen huis mij niet zelf verworven had en het als een aalmoes had gekregen.”

Zij zette even een pruil-lipje.

„Maar als er nu eens een meisje was, dat u liefhad en wanneer dat meisje nu toevallig niet arm was, zou u haar dan niet ook lief kunnen hebben, alleen omdat zij geld had?”

„Ik zou van haar eischen, dat zij zonder geld bij mij kwam.”

Zij zweeg even en ziende, dat hij in zijn bescheidenheid te schraal z’n boterham belegde, nam zij het vorkje en legde overdadig dik de ham op zijn brood. „Zóó moet u het eten, dat smaakt veel lekkerder. Ik ben wel geen rijk meisje, maar als ik üw meisje was, zou ik toch zorgen, dat uw boterham goed was aangekleed.”

Hij kleurde, maar keek toch even dankbaar op en zag in twee groote, warme, blauwe oogen, die straalden van verlangen en schalksche, natuurlijke overgave.

„Ja, dat zei ik, ik zou zorgen, dat uw boterham aangekleed was, dat verdient zoo’n braaf, goed mensch als u bent. U moet niet denken, dat ik dat drinken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.