16
een voetstuk stellen? Je moet het van ’t oogenblik hebben. Meen je, dat ik mijn filmgrollen en moppen voor mijn pleizier maak? Ik zou ook liever in Molière optreden. Maar dan zou ik een derde planks tooneel-speler blijven op een gage van zestig gulden ’s maands... als de directie niet vóór ’t eind van de maand failliet verklaard was. Nu heb ik een ton gouds in de maand zeker — vooruitbetaald. Honderd duizend gulden mijnheer, voor gijntjes op de film.”
„Ja, maar ik kan geen boeken vol gijntjes maken,”
„Je moet bekend gemaakt worden en dat kan alleen de critiek. Je moet gespeeld worden en dat kunnen alleen de acteurs en de actrices bewerken, vooral de actrices. Maar hoe wil je nu met. jou voorkomen indruk maken op de actrices?”
„Dat verlang ik ook heelemaal niet door mijn lichamelijke verschijning ... en heeft u dan zoo’n knap voorkomen...”
„Geen gevoeligheden beste man... Ik heb mijn succès te danken aan ’t feit, dat ik juist den nadruk leg op mijn niet knap pastuur. Mijn omgebogen schuitschoenen, mijn omgeslagen pantalon met de* bolle kniebulten, hoog vastgebonden met een touw; mijn afgeknipt snorretje; mijn oud modisch hoedje zijn attributen van mijn leelijkheid. Elk plebejer in de bioscoop voelt zich zelf zoodra hij mij op de film ziet een volmaakt gentleman naast mij..