14
„Dat's héél wat anders. Ik ben een Jood, die voor nar speelt. Dat mag. Ik verwerp mijn waardigheid als mensch en verdien daardoor ruim een millioen ’s jaars. Maar jij wilt als Jood niets meer of minder dan als de gelijke van Charlie Schar te worden geacht. Jij hebt een hoog gevoel van eigenwaarde... daarom wordt je door Schar en zijn soort tegengewerkt en ben je straatarm...”
Hij dacht even na, stak een cigaret op, zeide dan: „Welke pogingen heb je aangewend om goede critieken te krijgen ?”
„Ik... wel ik heb mijn werken ter beoordeeling gezonden en toen ik slechte critieken kreeg of doodgezwegen werd, heb ik mijn werken niet meer ter beoordeeling gezonden. Toen werden de critieken nog slechter, want de critici vonden zichzelf gepasseerd en beklaagden den dollar, dien ze voor mijn boek hadden moeten betalen.”
„Heb je nooit andere middelen aangewend?” „Nee... zijn er dan nog andere?”
„Maar beste heer, je 'kent de eerste beginselen niet van den weg om een beroemd schrijver te worden...”
„Je hebt niets anders dan je talent... en daarmee wil je slagen ?... Ik heb een voorstel. Je teekent een contract, waarbij je al je werken aan mij afstaat ter exploitatie naar mijn genoegen... Voor de rest