Einde September 1899. Het volgende plan de campagne wordt opgemaakt. Ik zal mij eenige weken buitenslands begeven, ten einde haar en baard zoodanig te laten groeien, dat een vermomming gemakkelijk valt. De hoofdredactie van De Telegraaf zal onderwijl stappen doen bij de autoriteiten om mij voor mogelijke ernstige gevolgen te vrijwaren.
Zij had slechts een gedeeltelijk succès. Z. Exc. de Minister van Justitie, noch de referendaris van Justitie gevoelden veel voor het plan en het gelukte niet hun protectie te verwerven. Wellicht zal, na de lezing mijner avonturen, een andere onderneming op grooter steun mogen rekenen. Welwillend was de heer Franken, hoofdcommissaris van politie te Amsterdam, die het plan toejuichte en mij alle hulp binnen de grenzen zijner bevoegdheid toezeide.
’s-G ravenhage, Dinsdag 14 November. Mijn baard en mijn hoofdhaar zijn voldoende gegroeid. Den Haag is als operatie-terrein gekozen, omdat ik in deze stad weinig bekenden heb en dus ’t gevaar, om herkend te worden, gering is. Wij, de hoofdredacteur en ik, vinden een vertrouwde, bevriende familie, die bereid is mij bij de volvoering van het plan behulpzaam te zijn. Zij bewoont een winkelhuis in een hoofdstraat, ’s Avonds tusschen licht en donker zal ik er mij kunnen vervoegen, in schijn om ’t overgeschoten eten te komen verorberen. Inderdaad zal ik er mij naar behoefte kunnen versterken en eenige uren daags mij kunnen wijden aan mijn journaal en mijzelf.
Het is avond, een zachte, weeke herfstavond; ik heb geen koude te vreezen voor heden, den eersten nacht, dien ik bij de armen denk door te brengen.
Mijn doel is, zóó mij te vermommen, zoo deerniswaard een voorkomen mij te geven, dat zelfs de hardvochtigen een oogenblik medelijden met mij, toonbeeld van ellende, zullen hebben.
Ik trok een oude, kaalgesleten, pilow-pantalon aan, afleggertje van een knecht. De broek is mij iets te lang, doch zoo afgetrapt op den voet, dat de pijpranden als franje neerhangen. Ik trek een oude grijze wollen trui aan, aan den hals uitgescheurd. Daarover gaat een vest, voor een veel dikker persoon dan ik ben, gemaakt. Het
1