aandrang in zich voelt, levende wezens gevangen te zetten. Die aandrang heeft elkeen nog min of meer in zich. De lager ontwikkelden, de atavisten, het meest. Nergens meer dan in achterbuurten vindt gij dieren opgesloten in aquaria, kooitjes, hokken en nergens meer dan bij de onontwikkelden is er behoefte om te lezen van opgesloten menschen en de martelingen, welke men hun aandoet. Film en sensatie-roman,ookschouwburgdraak, zijn niet compleet zonder scène in de rechtzaal of het wegbrengen van een mensch naar de gevangenis. Welnu, gij vindt deze zelfde handelwijze eenigszins minder gecompliceerd bij de kat, die met de geknauwde muis speelt, voor zij haar verorbert. Het gevangen zetten en het pijnigen van gevangen menschen is niets anders dan het toegeven aan de atavistische neiging in den mensch, zijn prooi veilig in zijn hol opgesloten te houden, onbereikbaar voor andere mensch-dieren, hem te kneuzen om de overmacht te doen gevoelen en hem daarna te dooden. Voor ons wetenschappelijk gevormden, bestaat er geen zonde, omdat er geen misdaad bestaat. Maar wat wel bestaat zijn aangeboren of verworven lichamelijke en psychische gebreken, waardoor anti-so-ciale handelingen worden veroorzaakt. Zoo worden die menschen rechters, welke onderbewust nog in zich de psyche van den oer-diermensch in zich hebben en daarom hun prooi, dat is de „misdadiger”, achter tralies in een hol sluiten, waartoe geen ander
«