86
Koning Mise barstte in een hartelijk gelach uit, maar Koning Gise, zich richtend tot de dischgasten zeide:
„Hebt di het gemerkt 1”
„Ja heer.... het is schande, heer!”
„Ongeloofelijk 1”
„'t Is schaamteloos---- hij verdiende gehangen te
worden____het is bepaald grof.”
„En dat tegenover zijn gastheer----”
Koning Gise knikte goedkeurend, toen hjj de verontwaardiging der gasten uit deze uitroepen merkte en hij zeide triomfantelijk:
„Ja____ zoo is het! Du____ op — is fout____twee
klinkers vormend een gaping----”
En zich tot Hamm richtend, riep hij :
„Gids, geef dezen strompelenden sproke-spreker een spraakles!”
Hamm keek verachtelijk naar Pimm en zeide:
„Weet da, wannear een zwijn drie hammen had?
Toen Hamm op Koning Gise’s schouders zat.”
Koning Gise sprong op van vreugde, toen hjj deze nederlaag van Pimm bjjwoonde. Alle gasten juichten den Gids toe, die door één woord te veranderen opeens de geheele sproke van den hiaat gezuiverd had.
Koning Mise keek Pimm aan, Pimm keek Pill en Pill, Pinn aan en deze vier, in stede van beschaamd te zijn door zulk een nederlaag op sproke-gebied, verstoutten zich grollen te spreken, die nog meer aantoonden, dat zy geen maat wisten te houden.
Pill zeide:
Zoo zwjjnig was een zwijn, dat toen men zwijn zei,
Hjj riep: Te weinig zwijn, en voegd’er nog een Hamm bjj.
Pimm zeide:
Twee hammen en één Hamm,
Alle drie aan één kram!
Pinn sprak:
Tel op, daar waren hammen vjjfen,
Eén op de schouders, vier aan. de lijven.