opgewekter en om zyn drie koks te beloonen, vergunde h|] hun een bijtitel te kiezen. Hall noemde zich de Qids, omdat hy de menschen naar den weg van ’t ware schoon leidde. Hamm noemde zich des Gidsen Gids, omdat hij dikwerf Hall verbeterde en Hann noemde zich de Gids der Gidsen, omdat hij volgens den Koning boven de twee andere koks uitblonk.
Koning Mise, dit hoorende en bemerkende dat deze wijze van beloonen den vorsten niets kost en de dienaren bovenmate gelukkig maakt, stond zijn drie sproke-sprekers toe, eveneens eere-titels te nemen. Pill, Pimm en Pinn overlegde welke titels zy zouden kiezen en vroegen ten slotte hun vorst, hun liever zonder eere-titel te laten maar voor een vettere keuken te zorgen. Koning Mise liet zich hun lederen gordels geven, sneed er een stuk van af, gaf ze hun terug en zeide, dat nu zijn keuken vetter was, omdat ze hun gordels nauwer toe konden halen.
Hierop zeide Pill:
Vet
Smet.
En Pimm:
Eet
Leed.
En Pinn:
Maal,
Schraal.
Want zoo zwak
waren de drie van honger, dorst en
ontbering, dat zij nog maar heele kleine sproken konden spreken bij gebrek aan brood en bier.
Koning Mise antwoordde wel:
Boet,
Moed,
maar onderwijl overlegde hij, hoe hij zich en de zijnen van leeftocht kon voorzien. Hoe zouden zij ooit de heilige haag bereiken, wanneer zij zoo door moesten sjokken en welke hoop kon hy koesteren op de verwerving van de rijke