60
CLASINA.
En waar Pierrot, wij zullen wonen gaan ?
PIERLALA.
In rozengeur en bij den schijn der maan.
CLASINA.
En wat voor schoone kleeren zal ik hebben ? PIERLALA.
’k Vraag al de spinnen om haar schoonste webben. CLASINA.
En welk kleinood krijgt Uw aanstaande vrouw ? PIERLALA.
Een roze roos met parels van de dauw.
CLASINA.
En krijg ik ook een ring als huwelijkspand ? PIERLALA.
Die ga ik koopen in kabouterland.
(Pierlala af).
TWAALFDE TOONEEL.
BERLINO, CLASINA.
BERLINO.
Heb ik de eer voor mij te zien de schoone, heilige jonkvrouw, de dulcinea van mijn hart?
CLASINA.
Mijn naam is Clasina.
BERLINO. (met schild en zwaard). Mijn naam is ridder Don Diegos los Caballeros y Solidad.
CLASINA. (buigend).
Zéér veel eer.