58
BERLINO. (lezend).
Non olet.
HIDALGO.
Wat was uw spreuk?
BERLINO.
’t Staat op den zak.
HIDALGO.
Er staat een doodskop op.
BERLINO.
En een zin — met veel zin.
HIDALGO.
Ik kan niet lezen — ik ben een edelman. BERLINO.
Neen — nu ben ik de edelman.
HIDALGO.
Neen — ik ben de edelman.
BERLINO.
Gij waart het.
HIDALGO.
En gij zult het nooit worden.
BERLINO.
Vaarwel, ridder zonder zwaard.
HIDALGO.
Vaarwel, zwaard zonder ridderlijkheid.
(elk naar een andere zijde af).