55
BERLINO.
Het land er omheen.
HIDALGO.
Te weinig.
BERLINO.
Een stal met koetsen en paarden.
HIDALGO. (steeds zwakker).
Te weinig.
BERLINO.
Gij rijdt uit met uw geliefde en koopt een ring met een turkoois, een pendeloque met drie paarlen en drie robijnen voor ’t kuiltje van haar hals, en snoeren paarlen, blauwzilveren paarlen voor heur zwarte haren.
HIDALGO.
Heur zwarte haren.
BERLINO. {den zak met dubloenen toereikend).
Heur gitzwarte haren. . . .
HIDALGO.
Een donker woud vol geheimenis en bedwelmende geuren. . . .
BERLINO. (den goudzak vasthoudend). Gelijk oversteken. . . .
HIDALGO.
Wat?
BERLINO.
Geef mij uw zwaard. . . .
HIDALGO.
Het gevest vormt een kruis. ... en daarop heb ik gezworen.
BERLINO.
Hoeveel kost het kruis ? Hoeveel kost den eed ? Ik kan alles betalen.