52
CLASINA.
’k Heb vaak bemind, maar nooit wist ik goed wie.
PIERLALA.
Mij ging ’t als u — elk mint zijn fantaisie.
CLASINA.
Kus dan in mij, van wie gij ’t meeste hieldt,
PIERLALA.
Ik kus in u mijn fantaisie bezield.
{haar kussend)
CLASINA.
Toen ’k haakte naar uw mond, vond ik geluk,
Verlangen is slechts zoet; voldoening, druk.
PIERLALA.
Blijv’ onze liefde leven door verlangen.
CLASINA.
Kus voor die woorden mij op beide wangen.
{kussend en stoeiend af).
NEGENDE TOONEEL.
HIDALGO, SWANHILDE.
SWANHILDE.
De Pegasus was net naar wolkenland gevlogen en het luchtkasteel is in rook opgegaan. Als wij willen trouwen, lieve vriend, moet er een bruiloft zijn. Als er een bruiloft wil zijn, moet er een zaal zijn. Als er een zaal is, moeten er gasten zijn. Als er gasten zijn, moet er een gastvrouw zijn. Heb je mij lief?
HIDALGO.
Stel mij op de proef. Vraag mij alles wat je wilt en ik zal het je geven. Een land vol kasteden — in de lucht. Een stal vol gevleugelde paarden. En bij mijn zwaard, ik maak je tot Koningin — van wolkenland. Vraag mij alles wat je maar wilt.