41
JAN KLAASSEN.
Ik geef hem het nee-woord.
KATRIJN.
Ik geef hem het jawoord.
JAN KLAASSEN.
Ik geef hem het nee-woord.
KATRIJN.
Het jawoord.
JAN KLAASSEN.
Het nee-woord.
{Zij raken, ja en nee zeggend handgemeen en gaan vechtende af).
TWEEDE TOONEEL.
CLASINA, PIERLALA.
CLASINA.
Het geurt naar bloemen van den oleander,
’k Hoor vogels zingen en fonteinen ruischen,
De wolken drijven in de blauwe lucht,
En ’t windje suizelt in het loof gerucht.
Lokt niet de pauw, verguld in ’t zonnelicht?
De doffer koert — de lucht is vol aromen,
Kom nu ook gij, geliefde uit mijn droomen!
PIERLALA.
De zilv’ren maan, nog bleek door zonnepracht,
Komt op; ik weet, dat z’op mijn lied’ren wacht,
Haar horens luisterend gekromd. Nu luit,
Zing meê, dat ik mijn minnesmarten uit.
Hij zingt. De muziek voor het tooneel begeleidt. Minnesmart.
Ik kom van ver getogen En draag een groot verdriet,
Mijn lief heeft mij bedrogen,
Waarom, dat weet ik niet.