Poppenkast, een vroolijk spel vol ernst

Titel
Poppenkast, een vroolijk spel vol ernst

Jaar
1914

Pagina's
84



29

GEZAG.

En nu, dichtersman, ga den boer op, zing liederen en zamel geld voor knoopen en snaren. Zoodra je weer knoopen en snaren hebt, kom ik terug.

DUIT.

Flink zoo. Aan de gerechtigheid is voldaan.

Let op. bij elkaar.

PIERLALA.    (zingend en tokke

lend op de quint van de guitaar).

Zal nu zijn,

Stil en fijn ’t Liedeke mijn?

Wie bemint,

Rijkdom vindt,

Zelfs op een quint.

Buigt slechts weer,

Hoog en teer,

’t Lieveke neer,

Rijkdom vindt,

Dan haar vrind,

Zelfs op een quint.

Nooit zal zijn,

Droef en klein,

’t Liedeke mijn,

Geld is wind,

Voor wie mint,

Zelfs op een quint.

GEZAG.

Die zingt weer al de snaren en al de knoopen Dichters zijn menschen, die veel dichten maar


weinig betalen. Omgekeerd zou ’t meer voldoen. Ik ben voldaan. Aan de gerechtigheid is voldaan. Nu komt Jan Klaassen aan de beurt.

KATRIJN.

Mijn man is niet thuis.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.