Poppenkast, een vroolijk spel vol ernst

27

GEZAG.

Deze munt heeft geen waarde courant. Ze is een valscli wisselgeld en niet aan de beurs genoteerd, (tot Duit). Hij erkent de schuld en weigert de voldoening.

DUIT.

Dat is schandelijk.

GEZAG.

Daarom zullen wij hem executecren.

DUIT.

Braaf zoo.

GEZAG.

Geef het zwaard der gerechtigheid.

DUIT.    (tot den getuige)

Getuige, breng het zwaard.    (Duit geeft hel over

aan Gezag)

GEZAG.

En houd de weegschaal van justitia op.

DUIT (tot den tweeden getuige) Getuige geef de weegschaal aan.

GEZAG. (hij nadert Pierlala) Sta man. Ik leg beslag op je bezittingen voor de eerste vordering, de gouden pen, waarmee je jc gedichten schreef . . . . één knoop (hij slaat met het zwaard ecu knoop van Pierlala’s jas af en werpt die in de weegschaal, welke Duit ophoudt). Voor de tweede vordering, den omslagdoek voor je geliefde: één knoop (hij slaat met het zwaard den tweeden knoop af en gooit die in den anderen bak van de weegschaal. Voor de derde vordering, een flcsch oude bourgogne met vrienden geledigd op „’t lange leven van de Koningin”, fn naam des Konings: één knoop (hij slaat den derden knoop af). Voor de vierde vordering, voor een oud kasteel gekocht ter wille van den maneschijn op het terras en de nachtegalen in de oude boomen. In naam des Konings: één knoop (hij slaat den vierden knoop af en werpt dien weder in de weegschaal).