20
SPIRITIO.
Waarom verleidt gij hem, o roode snoodaard ?
ROOIE HEIN.
Die vraag is niet bijbelsch.
SPIRITIO.
Hoe meent gij dat?
ROOIE HEIN.
Omdat ie nooit aan den slang gesteld is. Als genot deugd is, dan noem ik den slang het deugdzaamste wezen uit ’t heele Paradijs. Want er is geen grootere genieting dan verleiden. De verleider geniet driedubbeld. Van zijn eigen val, van den val van den ander en van den val van het goddelijke. Ziet gij die vrouw? Ik heb haar lief en zij weigert, omdat zij haar man trouw is. En nu haat ik haar met al mijn liefde. Het vuur heeft het hout zoo lief, dat het ’t vlammend verteerd. Daarom heb ik rood haar gekregen .... omdat ik het vuur van de liefde in mij stook met mijn haat. Ik haat, haat, haat .... omdat ik liefheb.
Jan, ga je mee naar de kroeg?
KATRIJN (Jan een glas inschenkend)
Jan, drink van mij.... hier heb je jenever____van mij.
ROOIE HEIN.
Jan, ga je mee naar de kroeg? Van haar ben je toch zeker.
(Jan gaat mede, Spiritio volgt de beiden).
KATRIJN, PIERLALA, GEZAG, DUIT.
KATRIJN (weenend).
En het nieuwe stuk .... En straks, als de edelvrouw komt. En mijn arm kind, dat een dronkaard tot vader heeft .... (zij zinkt neer en weent) .... en ik, die den dronkaard lief heb ....