Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



87

O vrouwerok, uw naam in zelfverloochening,

Dat Zéfir blaast dit kuische rokjen op,

Boréas voer dit kuitenschoon ten top.

JOLLY JOKER

Maak van mijn spillebeenen niet zoo'n wezen. SCHOPPEN ZEVEN

Hoe nu ? ’k Moest druiven toch van distels lezen ? JOLLY JOKER

Dat lieg je, uitgeslapen schooierszoon,

Mijn beenen distels,    (slaat hem nogmaals)

Jij hoort bij de honden,

Spreek niet alleen, naar honger met twee monden ! SCHOPPEN ZEVEN

Zoo zijn de vrouwen, wee wie bij heur waar is,

Ze vragen waarheid, maar ze meenen leugen,

En daarom minnen zij, die ’t minste deugen,

Werd ik nog eenmaal jong, ik meed de vrouwen,

Zij zijn het die mij tot verspilling brachten,

Van vaders erfdeel, aan haar moet ik wijten Dat ik, eens kloek en welgegoed, geacht,

De rest mijns levens als een oude schooier,

Veracht, door elkeen afgesnauwd, moet slijten.

(men hoort zwaardgekletter) Pas op, daar is dat troepje hooge hearen,

Wat zie’k, ze zijn nog aan het duelleeren,

Ik berg mij hier, want als er slagen vallen,

Krijgt d’arme altoos ’t grootste deel van allen.

(Hij verbergt zich achter de zuil).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.